Indian 741-B | ||||||
Home | Back | General | Manuals | Technical | Pictures | Miscellaneous |
Historie 'OLD INDIANS NEVER DIE ! ' . Dit gezegde is misschien van toepassing op de Indian motoren die nog steeds vrolijk rondrijden, maar niet op de Indian Motorcycle Company in Springfield Massachusetts USA, die in 1953 het loodje legde. Na meer dan een halve eeuw de strijd met Harley Davidson te hebben volgehouden in de 'HARLEY-DAVIDSON AND INDIAN WARS', moest de fabriek toch zijn poorten sluiten als gevolg van een krimpende afzetmarkt, een aantal ongelukkige management-beslissingen en de groeiende concurrentie van buiten de Verenigde Staten. Produktie was al in 1901 gestart, na enkele jaren gevolgd door Harley. Indian groeide voorspoedig en was in 1919 de grootste producent in de VS met een jaarlijkse produktie van 32.000 stuks. Het voornaamste model was de Scout, die Indian ook het aureool van onverwoestbaar gaf. Ondanks wisselende economische omstandigheden -de grote beurskrach in 1929, de opkomst van de auto- bleef Indian overeind met belangrijke klanten als politiekorpsen en het leger. Wel werd op allerlei manieren geprobeerd het hoofd boven water te houden met andere toepassingen voor de motorblokken. De krachtbron werd ondermeer gemonteerd in ventilatoren en buitenboord motoren. Zelfs werd de eerste sneeuwscooter, de Motor Toboggan, vanaf 1940 van een Indian blok voorzien.
Toen echter, bij het uitbreken van de 2e Wereldoorlog, Harley met een grote legerorder ging strijken -de WLA/WLC (Liberator) in plaats van de Indian 741-, zette het verval in. Na de oorlog werd met imponerende slagschepen als de Big Chief de strijd hervat, maar de consument voelde meer voor de lichtere, sportievere (Europese) machines als Triumph en Norton. Indian probeerde bij deze trend aan te klampen met staande 1- en 2-cylinders Warrior en Brave maar tevergeefs.
Na
de produktiestop in 1953 werden nog tot 1959, toen het doek definitief
viel, andere merken -Royal Enfield, Velocette- onder de naam van Indian verkocht.
Nadien diverse pogingen om het merk weer nieuw leven in te blazen. De
initiatiefnemers onderschatten echter steeds weer, dat naast een
aansprekende naam ook een goed produkt en distrubutie-kanalen
noodzakelijk zijn. Dit vergt een lange adem en dus een forse
investering. Bovendien, door voortdurend
gegoochel met naamrechten, (bijna) bankroet situaties en problemen met
importeurs en dealers bleef dit alles een randgebeuren.
Een nieuwe poging in 1999 van Amerikaanse bodem van het bedrijf
Indian Motorcycle, die uiteindelijk in 2003 strandde, leverde
toch nog wat op in de vorm van een nieuw ontwikkeld blok
met een moderne V-twin in een klassiek jasje. Op basis van dit
blok, inmiddels vergroot tot 1.720 wordt nu een nieuwe poging
gedaan. De uitvoering is in 7 verschillende types leverbaar, varierend
van de Indian Chief Classic tot de Indian Chief Bomber.
Wellicht is er levensvatbaarheid voor dit verbeterde model, leverbaar
via MB-Motors in Delft. Voorlopig zullen we het dus moeten doen met de al ruim een eeuw rondrijdende exemplaren (You can't wear out an Indian !). Veel imposante modellen zijn te vinden in het American Motorcycle Museum te Raalte. Deze ruimte wordt broederlijk gedeeld met die andere Amerikaanse gigant Harley Davidson. Van de genoemde WARS is in de praktijk gelukkig alleen een gezonde animositeit overgebleven.
Model 741 werd vanaf 1939 voor het leger ontworpen, gebaseerd op de Sport Scout. Produktie liep van 1941 tot 1943. De boring werd omlaag gebracht tot 2.5 inch, zodat de inhoud ca. 500cc (30.50'') was. Wijzigingen t.o.v. het civiele model zijn ondermeer een lichter frame, grotere grondspeling en open spatborden voor beperkt gebruik in terrein. Daarnaast springen natuurlijk de kleur en extra accessoires zoals black-out verlichting, munitie- en geweerhouders en het speciale luchtfilter in het oog. Terwijl de Liberator zijn weg vond in west Europa, gingen de grootste partijen 741's naar oost Europa (Polen) en Nieuw Zeeland. In totaal werden 35.044 units gebouwd tegenover ca. 88.000 WLA Liberators. Door oldtimer enthousiasten zijn, naast een aantal restauraties naar oorspronkelijke looks, deze machines ook gebruikt om te converteren naar een meer civiel uiterlijk.
De machine waarop ik rijd behoort tot deze laatste categorie. Als basket-case ingevoerd vanuit Polen, compleet gestript en weer opgebouwd, waarbij het motorisch gedeelte onder handen genomen is door de 'Indian dokter' Sietse Douma. Met een topsnelheid van ca. 100km/pu, 3 versnellingen, een voetkoppeling en genoeg hendeltjes en piefjes om je onderweg bezig te houden, is het een prachtige toermachine voor de provinciale wegen in Nederland. |
|